Available in 15 languages
nl

De Zakdoek met Smetvrees.

Wolly was een speciaal zakdoekje. Hij was gemaakt om snotneuzen weg te vegen, maar hij had een groot probleem: smetvrees. Telkens als hij in de buurt van een snottebel kwam, begon hij met tranige ogen te trillen.

Op een koude winterdag belandde Wolly in de broekzak van meneer Snuf, samen met vele andere vuile zakdoekjes. Meneer Snuf was verkouden en zijn neus lekte als een lekke kraan. Wolly voelde zich niet op zijn gemak. Hij wilde schoon en fris blijven, maar hier zat hij dan, omringd door snot en slijm.

"Wat moet ik doen?" piepte Wolly tegen de andere zakdoeken in de broekzak. "Ik kan niet tegen al dat snot!"

Maar de andere zakdoeken lachten hem uit. "Ach, stel je niet aan," zei Oma Zakdoek. "Wij zijn gemaakt om snot op te vangen. Dat hoort erbij."

Wolly knikte, maar diep vanbinnen voelde hij zich ellendig. Hij wilde niet vies worden, want hij had smetvrees. Hij wilde schoon en wit blijven. Dus besloot hij om zijn smetvrees te overwinnen.

Elke keer als meneer Snuf zijn neus snoot, hield Wolly zijn adem in. Hij veegde het snot weg en vouwde zichzelf netjes op. Hij dacht aan bloemenweides en heldere bergbeekjes om zijn gedachten af te leiden van al dat snot.

Op een dag gebeurde er iets bijzonders. Meneer Snuf haalde Wolly uit zijn broekzak en keek naar hem. "Je bent een trouwe zakdoek," zei hij. "Altijd schoon en netjes."

Wolly glom van trots. Hij aanvaardde dat hij een zakdoek was en dus gemaakt was om snot op te vangen. Maar hij was niet alleen goed in het vangen van snot, maar ook in het bewaren van zijn eigen zuiverheid.

En zo leefde Wolly nog lang en gelukkig, zonder ooit nog bang te zijn voor snot. Hij begreep dat het soms belangrijker is om schoon van binnen te zijn dan van buiten.